Thema 12
Met de auto rijden betekent vooral risico’s, en ook andere weggebruikers, anticiperen.
Het traject dat we elke dag voor ons werk afleggen, is gevaarlijk, maar de trajecten die we voor onze eigen rekening afleggen zijn zeker even risicovol.
De zorgen van het leven, de opwinding voor een feest, roepende kinderen op de achterbank, wat te diep in het glas gekeken hebben… Dit zijn allemaal situaties die een traject nog gevaarlijker kunnen maken. Het geringste verlies aan concentratie kan leiden tot een ongeval.
Praktische tips:
Kies bij voorkeur een felkleurige auto en ga voor opties die eerder gericht zijn op veiligheid dan op comfort.
Plaats de Maxi-Cosi nooit in de rijrichting. Een baby heeft niet genoeg kracht in de nek om bij een schok het hoofd tegen te houden.
Kinderen moeten altijd stevig vastgeklikt zitten, ook voor heel korte trajecten. Zet de autoradio niet te luid; indien u moe bent, neem dan regelmatig een rustpauze.
Een beroepschauffeur rust om de 2 uur.
Controleer voor uw vertrek of uw voertuig in goede staat is (oliepeil, banden). En vergeet uw geel veiligheidshesje niet.